Kelderluik-arrest ⚖️🏠 (ECLI:NL:HR:1965:AB7079)

📅: 5 januari 1965
🧑‍⚖️: Hoge Raad
📚: Artikel 6:162 BW (onrechtmatige daad)
⚖️: De criteria voor gevaarzetting moeten worden beoordeeld om vast te stellen of er sprake is van een onrechtmatige daad.

Inleiding

Het Kelderluik-arrest behandelt het onderwerp van gevaarzetting en de vraag wanneer een gedraging als onrechtmatige daad kan worden beschouwd. Centraal staat de juridische vraag welke criteria van toepassing zijn bij het bepalen van de aanwezigheid van gevaarzetting.

Feiten van de zaak

In dit arrest stond een situatie centraal waarbij een medewerkster van een drankencentrale een kelderluik open had laten staan in een café. Een klant viel hierdoor naar beneden, waarbij hij verwondingen opliep. De benadeelde partij stelde de drankencentrale aansprakelijk voor de geleden schade. Dit leidde tot discussie over de vraag of het open laten staan van het kelderluik als een onrechtmatige daad kon worden gezien.

Rechtsvraag

De rechtsvraag die de Hoge Raad moest beantwoorden, was of het open laten staan van het kelderluik een onrechtmatige daad vormde door gevaarzetting. Hierbij speelde artikel 6:162 BW een centrale rol, waarin de voorwaarden voor een onrechtmatige daad zijn vastgelegd.

Rechtsregel / Criteria

De kernboodschap van het arrest is dat er sprake kan zijn van een onrechtmatige daad door gevaarzetting als bepaalde criteria worden voldaan. De Hoge Raad stelde vier criteria vast voor gevaarzetting:
1. De mate van waarschijnlijkheid dat anderen het gevaar niet onderkennen.
2. De kans op een ongeval.
3. De ernst van de mogelijke gevolgen.
4. De bezwaarlijkheid van het nemen van veiligheidsmaatregelen.

Uitspraak van de rechter

De Hoge Raad oordeelde dat de drankencentrale in dit geval aansprakelijk was, aangezien niet was voldaan aan een zorgvuldigheidsnorm door het open laten staan van het kelderluik, wat een gevaarsituatie creëerde.

Belangrijk voor tentamens

Voor tentamens is het cruciaal om te onthouden dat gevaarzetting kan leiden tot aansprakelijkheid voor een onrechtmatige daad. Dit arrest introduceert de vier criteria die moeten worden overwogen bij de beoordeling van gevaarzetting.

Samenvatting

Als je dit arrest onthoudt, onthoud dan vooral dat gevaarzetting als onrechtmatige daad kan worden aangemerkt wanneer niet aan de zorgvuldigheidsnorm wordt voldaan door de vier benoemde criteria te negeren.

Dall-e prompt

“Visualize a person in a café trip over a hidden trapdoor, highlighting the concept of danger and responsibility, surrounded by cups and glasses.”

Succes met je tentamen! Makkelijk en snel arresten studeren? Probeer LexCards – jouw tutor voor arresten.

Door lexcards

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *